Geocachingavonturen uit het verleden: 50…und (k)ein Stück Weise

Elke donderdag – Throwback Thursday – verschijnt hier een verslag online uit het roemruchte geocachingverleden van de Heideroosjes.

Vandaag gaan we terug naar 4 mei 2011:

Mijn moeder wilde graag een “slagdag” gaan doen en omdat we allebei vrij hadden op deze dag, besloten we om net over de grens in Duitsland te gaan geocachen. Daar was namelijk net een nieuwe powertrail uitgekomen ter ere van de 50ste verjaardag van een geocacher. Vandaar de naam 50…und (k)ein Stück Weise.

Het avontuur:

De Duitse geocacher Pamah was 50 geworden en bevriende cachers vonden het nodig om een Powertrail van 50 caches voor hem te maken, voor elk levensjaar eentje. Omdat mijn moeder een paar maanden eerder ook 50 is geworden, vond ik het wel leuk om deze samen met haar te lopen. De Heideroosjes hebben al jarenlang het België-doel: 1000 caches (Kilocacher worden) vinden bij de zuiderburen. Daar is vandaag het Duitsland-doel bijgekomen, want ik heb het nu natuurlijk in mijn hoofd gehaald dat ik daar ook ooit Kilocacher wil zijn. Voor die twee buitenland-doelen heb ik ondertussen ook een termijn bedacht: als we bij de 10.000 zijn, moeten daar minimaal 1000 Belgische founds en minimaal 1000 Duitsland-founds bijzitten.

Duitsland was eigenlijk lange tijd helemaal niet zo vanzelfsprekend, ondanks dat het ons buurland is. We hadden eerder founds in Engeland en Zweden, dan in Duitsland. Ik herinner me nog een zoektocht in de haven van Kiel, hadden Anke en ik zo ons best gedaan om op tijd te zijn voor de boot naar Zweden en nog tijd over te houden voor een cache en een reservecache en toen konden we ze allebei niet vinden. Onze eerste Duitse found kwam toen pas een half jaar later, tijdens de Luxemburg-vakantie in 2009. Dat was Platscherstein.

Heel lang was onze top-3 van cachelanden: 1 Nederland, 2 België, 3 Zweden. Omdat lang niet iedereen in Zweden heeft gecachet, laat staan 95 founds heeft in dat land, waren we hier altijd wel een beetje trots op. Maar goed, vandaag heeft Zweden dus zijn positie af moeten staan aan Duitsland.

Deze trail was 17 km lang, we hebben even overwogen om de fietsen mee te nemen, maar bij geocaching is het eigenlijk fijner om te lopen, want dan hoef je niet de hele tijd die fiets op en af. Bij de nummer 1 van de trail was een keurige parkeerplaats. Triptellers op 0 en begonnen met lopen. We waren blij dat we te voet waren, want op de fiets was je langer bezig geweest. Soms lagen ze wel heel dicht op elkaar en was het slechts de toegestane afstand (dat is ongeveer 150 meter) tussen twee caches. Dat was op de fiets geen doen geweest. De wandeling was wel okay, hij liep door de natuurgebieden en landbouwgebieden rondom Kranenburg. Maar we gingen niet echt diep het natuurgebied in ofzo en er waren ook geen bergen zoals bij een Duitse serie die we eerder deden: Her mit den Gefahren. Deze tocht was erg vlak. Wel fijn was dat hij bijna helemaal door autoluw gebied ging, dus we konden overal breeduit lopen.

Onderweg maakten we twee keer een kort uitstapje naar de oude spoorlijn van Draisinen (wat ik erg vind lijken op het Zweedse woord Dressinen, ook een cache op een spoorlijntje) om daar een cache te doen. Op die spoorlijn reden van die fietsachtige dingen. Er zaten allemaal oude vrouwtjes op en die hadden een toeter met treingeluid gekregen en hadden de grootste lol en zwaaiden naar ons. Dus wij terug zwaaien en de cache pas gelogd toen ze uit het zicht waren. Heel grappig. De tweede spoorlijn duurde een stuk langer. Er was een slechte ontvangst vanwege elektriciteitskabels en de hint “HO” kwam op meerdere plaatsen terug. We wilden eigenlijk opgeven toen mijn moeder hem toch nog vond.

Omdat deze zoveel tijd had gekost, besloten we ons te concentreren op de powertrail en geen uitstapjes meer te maken. De caches van de Powertrail waren geen van alleen moeilijk verstopt, de meeste lagen op zeer voor de hand liggende plekken. Het enige rare was de volgorde. In het begin hadden we nummer 3 en nummer 10 gemist en we waren bang dat we die niet ingeladen hadden. Ik had alles rücksichtlos (om in Duitse thermen te blijven) ingeladen en niets nagekeken, maar mijn moeder zei dat ze alles had afgestreept op een lijstje en alles had gehad. Uiteindelijk bleken die nog later in de route terug te komen. Dat was het nadeel van de route, het was geen rondje, maar naast elkaar gelegen blokjes, dus soms moest je een stukje teruglopen. Dus veel caches op een paar vierkante kilometer en door dat teruglopen kwamen we aan die 17 km. Ik vond het leukste stukje dat langs het weiland met de koeien en langs het gele bloemetjesveld. Alleen zonde dat ze alle bomen gekapt hadden, anders was dat vast een hele mooie laan geweest.

Ergens op het vierde kwart had ik er eigenlijk ook wel genoeg van. De vorige keer in Duitsland hadden we veel verder gelopen over een zwaarder parcours en toen had ik nauwelijks ergens last van en nu deden m’n voeten zeer. Daarnaast had ik na zoveel logjes ook wel even genoeg van geocachen. Tja, powertrail is best leuk voor een keertje en zo te voet, maar ik zou zo niet altijd willen cachen. Multi’s zijn ook leuk en geven toch meer voldoening. Dat vond ik dan ook de balans van deze dag. Op zich waren het dus hoogtepunten: het dagrecord verbeterd, de 100ste Duitse found, een big-shoot in de richting van de 3000. En toch had ik aan het einde van de tocht (ook “maar” 16,7 km op de teller) niet echt het gevoel dat we een grootse prestatie hadden geleverd.

Deze powertrail was ook niet zo goed onderhouden als de mini-trail van Zuurtje die we eerder dit jaar liepen. De logrolletjes waren bijna allemaal vol. Het beschrijven van de logrolletjes is vrijwel altijd mijn taak, dus was ik de hele tijd bezig om een leeg plekje op de rol te vinden. En opeens vonden we “Heideroosjes” en “HaJaMaToJo” veel te lange namen.

Maar deze dag leverde wel 51 founds op en daarmee zijn de Heideroosjes bijna bij de 3000.

Wat ik hier op 4 mei 2023 nog aan toe te voegen heb:

Tja, die powertrails zijn niet altijd door even mooi gebied. Kilocacher bij de zuiderburen werden we pas in september 2015. En in Duitsland zijn we nu nog steeds geen Kilocacher; dat was een vrij ambitieus plan… Bij lange na niet zelfs, we hebben “slechts” 280 Duitse founds. Daarmee staat Duitsland nog wel op de derde plek in de landenlijst, na ons eigen land op 1 en België op 2. Zweden is gezakt naar de zesde plek en ingehaald door Frankrijk en Denemarken.

En ik vond zelfs de foto’s nog terug. Twaalf jaar oude foto’s, hoe leuk is dat? Vooral grappig dat mijn favoriete onderwerpen om te fotograferen nog steeds hetzelfde zijn.

Geocachingverhalen uit het verleden: Weg mit dem Speck!

Elke donderdag – Throwback Thursday – verschijnt hier een verslag online uit het roemruchte geocachingverleden van de Heideroosjes.

Vandaag gaan we terug naar 11 november 2017

De titel verraadt het al een beetje: mijn moeder en ik fietsten vanaf ons Nederlandse vakantiehuisje naar Duitsland om daar aan onze gezondheid te gaan werken: Weg mit dem Speck!

Het verhaal:

Op zaterdag wilde ik heel graag nog een keertje naar Duitsland, in de hoop de 250 founds aldaar te halen. Daarnaast sprak deze serie me aan, omdat die ook in De Meinweg ligt, maar dan weer een andere gedeelte. Het was minder ver fietsen, maar wel hetzelfde stuk als de route van donderdag. En het regende en de weersvoorspelling voor de rest van de dag was niet al te best. Ik wilde wel heel graag gaan, want ik wil altijd actief zijn op vakantie en niet de hele dag in het huisje doorbrengen. Mijn moeder vind dat eigenlijk ook, dus we gingen gewoon. Ik was zo verstandig geweest om mijn regenbroek mee te nemen en aan te trekken, maar mijn moeder had dat niet, dus die werd best wel nat.

Meinweg in de herfst

Het regende dan ook de hele tijd gestaag. Geen clusterregenbui, maar wel de hele tijd regen. Volgens mij is het maar heel even droog geweest. De fietstocht over de halfverharde paden ging nu beter, omdat mijn moeder opgepompte banden had. Alleen het laatste stukje was heel modderig, dus we vonden het niet zo erg, dat we konden gaan wandelen vanaf het startpunt. We moesten erg lachen om de namen van de caches: de maker van de series had ze weggelegd, omdat hij van mening was dat mensen meer moesten bewegen. Dus vandaar Der Mensch braucht Bewegung en Weg mit dem Speck. Er zat aardig wat hoogteverschil in de route, dus wij zeiden de hele tijd tegen elkaar dat we lekker veel spek aan het verbranden waren. En we zijn sowieso ruimschoots aan onze beweging gekomen vandaag, zeker met het fietsen over de mountainbike-achtige routes erbij. De hele week heb ik mijn beweging ruimschoots gehaald, denk ik zomaar…

Goed, de wandeling begon met het pad langs de snelweg, dat vonden we iets minder. Wel waren de extra caches op de route: de knikkercache en de helikopter erg leuk gemaakt. Wij wisten echter niet meteen dat Murmel knikker betekende, dus wij vroegen ons af wat we nou met die bison moesten. Maar je moest dus knikkers in zijn ene hoorn gooien, om de logrol uit de andere hoorn te pakken te krijgen. Grappig bedacht.

Mistig uitzicht vanuit de (kleine) uitkijktoren

Hierna ging de route van de snelweg af het bos in. En dat bos, nog volop in herfstkleuren, werd steeds mooier. Dus breidden we onze route uit met alle mogelijke caches. Vooral het Elmpter Schwalmbruch, bij de uitkijktoren (met cache) was erg mooi. De uitkijktoren was niet zo hoog, dus mijn moeder is zelfs mee naar boven geweest. We deden hier ook nog een earthcache, maar helaas was het informatiebord verdwenen. Dat hadden de geocachers in de logjes voor ons ook wel geschreven, blijkbaar stond het nu verderop, maar wij konden niets vinden, ondanks onze poging om twee richtingen op te lopen. Ik heb later op google een foto van het bord gevonden en kon toen de vragen beantwoorden. Daarmee hadden we mooi een Duitse earthcache opgelost, hoewel hij van Nederlandse eigenaars is. Ik had best nog wat langer willen rondwandelen in het Elmpter Schwalmbruch, maar in verband met de tijd moesten we wel weer verder met de overige routes.

Gelukkig voor mij loopt de tweedaagse NS-wandeling Meinweg ook nog door dit gebied, dus ik hoop er in 2018 nog eens terug te komen. We vonden alle caches van de twee series en hadden zo een aardige score. De fietstocht naar het vakantiehuisje verliep goed, het was wel fijn om alle natte zooi uit te kunnen trekken en op te warmen. Vooral voor mijn moeder. Maar we waren allebei toch blij dat we gegaan waren, ondanks het slechte weer.

Elmpter Schwalmbruch

Wat ik hier op 11 november 2021 nog aan toe te voegen heb:

De Meinweg is een natuurgebied in het grensgebied van Limburg met Duitsland. Het is er erg mooi, zelfs in de regen. Ik ben er tijdens die vakantieweek een paar keer geweest, ondanks de vreselijke fietsroutes met veel hoogteverschillen die meer geschikt waren voor mountainbikes, dan voor mijn stadsfiets (ik had mijn eigen fiets bij). Om die Duitse cachenamen hebben we toen de hele dag lol gehad.

En in 2018 zijn we inderdaad terug geweest voor de tweedaagse NS-wandeling Meinweg. Daarover heb ik al eens blogs geschreven.

NS-wandeling Meinweg dag 1

NS-wandeling Meinweg dag 2

Kabouter Maartje in het Regenbos

Alle foto’s bij deze blog zijn gemaakt door mijzelf of mijn moeder op 11 november 2017.

Groene Wissel Reuver

Nadat ik de 20 NS-wandelingen voor mijn Day Zero Project volbracht had, ging ik vrolijk door met NS-wandelen. Ik loop alleen enorm achter met de verslagen.

Groene Wissel Reuver

Een 17 kilometer lange rondwandeling vanaf station Reuver, over landwegen, langs de Maas en grensoverschrijdend door het Brachterwald.

Tweede paasdag 2019 stond voor net zo’n mooi, zonnig weer op de rol als de eerste. Dus de keuze om te gaan wandelen in plaats van vooruit werken voor school was snel gemaakt… (het is allemaal goedgekomen met dat schoolwerk hoor). Omdat er nog steeds werkzaamheden waren op het traject Den Bosch-Utrecht, ging ik naar Limburg. Ik koos voor de Groene Wissel Reuver. Ik heb al heel veel NS-wandelingen gedaan, dus het is fijn om te weten dat er ook nog enorm veel Groene Wissels zijn, waarmee ik nog jarenlang vooruit kan. Groene Wissels zijn de oude, “gearchiveerde” NS-wandelingen, ze zijn te vinden op de Wandelzoekpagina.

Ik ben gemeen

Ik was al vaker in Reuver geweest, want in 2017 ben ik een weekje op vakantie geweest in het plaatselijke huisjespark de Lommerbergen. Er lag nu een cache bij het station, die toen nog niet bestond. Mijn 0-punt klopte niet helemaal, dus ik stond eerst op de verkeerde plaats te zoeken en toen kwam er ook nog een ander geocaching-echtpaar aan, die als bulldozers te keer gingen. Ze deden niet echt vriendelijk, dus ik besloot om eerst te gaan wandelen en dan bij terugkomst nog een keer rustig te gaan zoeken. Maar toen ik het paadje afliep, zag ik een vogelhuisje hangen in een boom, gecamoufleerd door struiken. Dat was dus de cache, met een paar meter afwijking. Ik logde in stilte, zag dat de bulldozers nog steeds bezig waren en besloot niets te zeggen. Later voelde ik me daar eigenlijk best gemeen over, maar als andere geocachers zo onvriendelijk doen, dat wekt dat gewoon directe afkeer in mij op.

Ik begon aan de wandeling en maakte nog een kleine omweg om nog een cache van de serie Oppe Ruiver te kunnen loggen. Deze lag op de oprit naar de brandweerkazerne, waar het gelukkig heel rustig was vandaag.

Het mysterie van de Lambertuskapel

De avond ervoor had ik een mysterie opgelost, die niet zo moeilijk was; het ging over Romeinse cijfers. Dus ik besloot die ook nog even op te gaan halen. Hij lag bij de Lambertuskapel, een mooie, goed onderhouden kapel vlakbij de rivier de Maas. Ik denk dat ik die kapel ook al heb gezien toen ik hier op vakantie was, maar toen had ik geen mysteries opgelost. Het was heel druk met oudere Dreuzels bij de kapel, want er liep een of andere paaswandeling langs. Ik moest dus even wachten tot het dreuzelvrij was, voor ik kon loggen.

Daarna zocht ik de wandelroute weer op. Die liep over het pad langs de rivier de Maas, waar ik toen gefietst heb. Alle caches die daar toen lagen, waren nu gearchiveerd. Daarna liep de route een hele tijd over paden, verhard en onverhard tussen boomkwekerijen door. Het was benauwd en het waaide best wel hard, dus ik had vrij veel last van hooikoorts en liep de hele tijd te niezen. Ik vond dat er veel lange, rechte stukken tussen zaten. Op een bepaald moment moest ik best een eind omlopen, omdat er een verboden toegangbordje stond op de route. Dan merk je wel dat Groene Wissels niet zo goed onderhouden worden als NS-wandelingen. Hierna ging ik via een smal bospaadje de grens naar Duitsland over. Op de grens was een café, waar de mensen met de benen buiten hingen. Ik had geen zin om daar in mijn eentje op het terras te gaan zitten, dus liep door.

Brachterwald

Ik ging het Brachterwald in, hier was het heel rustig. Ik kwam alleen een paar mountainbikers tegen, verder niemand.  Helaas geen caches meer, hoewel de omgeving er best geschikt voor was. Ik had gehoopt om langs de earthcache te komen, maar die lang nog zo’n drie kilometer uit de route. Te ver om dus. En omdat er wel wat daling en stijging in zat, had ik ergens een wow-moment verwacht op een mooi uitzichtpunt ofzo. Maar dat kwam niet. Ik twijfelde of ik de extra lus door het bos zou gaan lopen of dat ik een stuk zou afsnijden, maar ik besloot toch te gaan, in de hoop op nog een mooi plekje. Helaas, ook hier niet echt iets bijzonders. Vooral veel dennenbomen en verwilderde akkers. Aan de bosrand moest ik weer een stuk omlopen, omdat er allemaal niet opgeruimde omgehakte bomen op het pad lagen. Ik voelde mijn voeten ondertussen, dus baalde hier een beetje van. Dat werd nog erger toen ik een cache die precies op de route lag (Prinsendijk) niet kon vinden.

Koeienoptocht

Ik begon vermoeid en dorstig aan de laatste kilometers. Die liepen allemaal over verharde wegen door het buitengebied van Reuver. Allemaal lange, rechte, saaie stukken. 600 meter vooruit, de hoek om en weer 700 meter recht vooruit. Het enige leuke was nog de koeienoptocht, van koeien die vanuit het weiland naar de stal liepen om gemolken te worden. Eigenlijk was ik blij toen het station in zicht kwam. Ik moest nog 20 minuten wachten op de trein, dus ging vlug de supermarkt in, die tegenover het station lag, om drinken te kopen. Het schoot niet echt op bij de kassa, maar gelukkig was ik met drinken en al nog op tijd voor de trein. De terugreis verliep voorspoedig en ondertussen konden mijn voeten bijkomen.

Het wandelen was mij zwaarder gevallen dan gisteren. Of dat nou kwam omdat het de tweede achtereenvolgende dag was, door het benauwde weer, de hooikoorts of een mengeling van alles, weet ik niet. Ik vond de wandeling ook gewoon niet zo heel geweldig, maar ik denk dat ik verwend ben na zoveel verschillende NS-wandelingen. Ik miste bij deze wandeling vooral een hoogtepunt qua uitzicht of een echte bezienswaardigheid.

Deze slideshow vereist JavaScript.

NS-wandeling Krickenbecker Seen

Nadat ik de 20 NS-wandelingen voor mijn Day Zero Project volbracht had, ging ik vrolijk door met NS-wandelen. Ik loop alleen enorm achter met de verslagen.

Krickenbecker Seen

Je ziet al aan de naam van deze route dat die niet Nederlands is. De route start dan ook vanaf het Duitse station Kaldenkirchen en loopt voor een groot gedeelte door Duitsland. De wandeling eindigt wel weer in Nederland, bij station Venlo. De route is 16,5 kilometer lang. Ik wandelde deze route in april 2019 en vond onderweg ook nog zeven caches; vijf in Duitsland en twee in Nederland.

In de laatste week van maart kwamen de vier nieuwe NS-wandelingen voor 2019 online en natuurlijk stond ik te trappelen om die te gaan wandelen. Maar ja, ik was druk met mijn voltijdminor bezig, had een onregelmatig lesrooster en moest ook nog werken om mijn huur en andere vaste lasten te kunnen betalen. Dus het was even wachten op een geschikte vrije dag voor deze wandeling en dat werd een dag in april.

De maand april valt buiten het Geocaching Data Project, want alle data staan al op 6 founds of hoger. Met slechts vier data onder de 10 caches, staat april zelfs op de nominatie om de tweede maand te worden met alle data boven de 10 founds. Deze dag was toevallig één van die vier data, dus dat was een extra trigger om vandaag te gaan. Ik had de gpx-route al in mijn gps geladen en gezien dat er enkele caches op de route lagen.

De voorspelling was dat het mooi weer zou worden vandaag, maar toen ik in de ochtend naar het station fietste, vond ik het nog erg koud in mijn zomerjasje en wenste ik zelfs handschoenen.

Het ritje van Venlo naar het Duitse station Kaldenkirchen duurt slechts vier minuten, maar het lukte mij niet om online een kaartje te bemachtigen. Blijkbaar verkopen ze die niet voor zulke korte trajecten ofzo? Ik besloot om dan maar een kaartje op het station te kopen, want voor Nederland heb ik Dal Vrij. Maar op Venlo had ik maar 7 minuten om over te stappen, die trein naar Duitsland reed maar 1x per uur – dus ik wilde hem niet missen – en ik kon de Duitse kaartautomaat niet vinden. Dus heb ik uiteindelijk zwart gereisd…. Het waren vier zenuwslopende minuten die wel een uur leken te duren. In de trein hingen allemaal bordjes dat zwartrijden bestraft werd met een boete van 60 euro. Ik zag het al helemaal gebeuren dat ik – die de NS met een driecijferig bedrag per maand sponsort –  nu dik moest gaan betalen aan de Deutsche Bahn, gedurende mijn eerste tripje ooit met de Duitse spoorwegmaatschappij.

Ik zat eerst op een stoel en keek de hele tijd beide kanten op of er een conducteur uit kwam. Overigens geen enkele conducteur gezien. In Nederland stapt er altijd minstens één conducteur mee uit om het in- en uitstappen in de gaten te houden en de trein af te fluiten. Hier niemand gezien, noch in Venlo, noch in Kaldenkirchen. Tegenover mij zat een man mij aan te staren, dus ik besloot na twee minuten om me op te sluiten in het toilet en er dan pas uit te komen vlak voor Kaldenkirchen. Het toilet was echter bezet, dus bleef ik maar in het gangpad staan. Pfft, ik was echt heel blij toen die trein stopte in Kaldenkirchen en ik eruit kon. Het was een oud en een beetje vervallen station. Volgens mij stapten er nog meer zwartrijders uit, want een jong stelletje ging op de kaartjesautomaat aldaar kijken wat een kaartje had gekost. Ik kom nu op 1,60 euro uit, nou dat had ik best willen betalen om dat zenuwslopende gedoe te vermijden.

Ik startte Smaug (mijn gps) op. Langs het spoor lag een hele serie caches, genaamd Turberkel. Er stond wel bij dat ze geniepig verstopt waren. Ik heb er vier geprobeerd te vinden en er slechts eentje gevonden. Nou moet ik wel eerlijk zeggen dat ik niet langer dan vijf minuten per cache heb gezocht, omdat ik op de tijd moest letten. En dat ik het niet echt prettig zoeken vond, zonder hint en in het buitenland. Wel een beetje jammer, want ik wilde natuurlijk wel graag minstens vier caches vinden om die datum op tien te krijgen. En ik zou het ook best leuk vinden om nog ooit Kilocacher in Duitsland te worden, hoewel dat nog heel erg ver weg is. Toch is Duitsland met ongeveer 260 founds wel het derde land op ons lijstje, na Nederland en België. Met een holle weg, in het Duits hohlweg ging ik onder een snelweg door en hier vond ik een cache in een boom. Deze had gewoon een goede hint en was snel gevonden.

Via een soort van fietspad op een voormalig spoortraject (net zoiets als het Bels Lijntje), boog ik af naar een landelijk gebied waar struiken en boompjes in bepaalde vormen werden gekweekt. Voor je onder landschapsarchitectuur aangelegde tuin. Mij deed het erg denken aan het veelvuldig door mij gespeelde spel Roller Coaster Tycoon. Stiekem zou ik dat best nog wel een keertje willen spelen, maar ik weet dat het verslavend is, dus ik mag dat pas als ik afgestudeerd ben. En als mijn laptop het oude spel nog kan draaien.

Tussen de boomkwekerijen vond ik wel een cache; die zat met een touwtje in een paal. Ik ben niet zo groot en kon er maar net bij. Daarna kwam ik uit in het Duitse dorpje Leuth. Hier week ik een klein beetje van de route af, via een oud steegje met klinkerstenen om een cache te kunnen loggen bij een oude boerderij, genaamd Der Neyenhof. Leuke locatie en goed verzorgde cache. Houd ik van.

De route ging langs het riviertje de Nette verder naar de Wittsee. Hier kronkelde het wandelpad door het water van de Wittsee heen. Dit vond ik een erg mooi stukje. Het was ook het drukste stuk van de route, er waren vooral veel vogelaars, die grote camera’s met zich mee sleepten. Ik heb heel veel vogels gehoord, maar bijna geen gevleugelden gezien. Maar ik ben dan ook geen vogelaar; ik heb niet het geduld om urenlang in zo’n vogelkijkhut te gaan zitten.

Na de Wittsee kwam ik via wat geasfalteerde wegen en een bospad dan uit bij het punt waar de route naar vernoemd is: de Krickenbecker Seen. De meren van Krickenbeck dus. Hier kon ik een earthcache doen en dat kwam goed uit, want ik moest nog een laatste earthcache voor mijn Day Zero Project. Het beantwoorden van de vraag werkte met zo’n automatisch mailadres, maar dan valt dat Duits toch nog tegen, want ik had de vraag aanvankelijk verkeerd begrepen; europäischen Schutzgebietssystem, jawohl?

Ik bracht ook nog een bezoekje aan het bezoekerscentrum, maar het winkeltje was zowat leeg en de tentoonstelling niet erg inspirerend. Het personeel zat zich duidelijk stierlijk te vervelen. Beetje jammer, want in Nederland vind ik bezoekerscentra van natuurorganisaties meestal heel erg leuk. Ik vond de Krickenbecker Seen best mooi, maar eigenlijk leken ze best wel erg op de Oisterwijkse vennen, alleen nog wat groter. Tot mijn verrassing was er ook nog een kasteel in het gebied: Schloss Krickenbeck. Helaas kon je er vanaf de route niet echt een mooie foto van maken, het lag verscholen in het groen. Het oudste gedeelte van het kasteel stamt al uit de tweede helft van de dertiende eeuw. Later zijn er nog allerlei zogenoemde voorburchten aan vast gemaakt. Nog eerder stond er twee kilometer verderop een nog oudere burcht met dezelfde naam, maar die bestaat niet meer. Heb nog even opgezocht of het kasteel te bezichtigen is, maar blijkbaar is het een conferentiecentrum en zit er een hotel in gevestigd. Kost maar 360 euro per nacht…

Ik lees nu dat er ook nog een supergave uitkijktoren in het gebied is, ongeveer een kilometer van de route af. Dan vind ik het dus jammer dat de route niet daar langs loopt. Ik had het vandaag niet gered in verband met de tijd, maar misschien sleep ik mama nog wel een keertje mee en dan ga ik die toren in!

Het nadeel van doordeweeks wandelen kwam weer om de hoek kijken: de tijd. Eigenlijk wilde ik wel voor 16 uur op station Venlo zijn, want anders moest ik tot 18.30 uur wachten om Dal Vrij te kunnen reizen. Daardoor moest ik er de laatste kilometers flink de pas inzetten en dat vond mijn rug niet zo leuk. Smaug was trouwens weer zuinig met de kilometers, maar ik kwam erachter dat hij ook de nog te lopen afstand van de gpx-track aangeeft en die bleek minder ver te zijn. De grens tussen Duitsland en Nederland was maar een smal weggetje, een soort van fietspad tussen twee bospercelen in. In mijn eigen land wandelde ik verder door allerlei bossen op de Fliegerhorst Venlo. Ik pikte nog een cache mee die precies op de route lag, die ging over teken.

Daarna “marcheerde” ik Venlo binnen. Via een nog vrij nieuwe buitenwijk kwam ik via allerlei stadsparken uiteindelijk uit langs het spoor. Ik had nog een klein beetje tijd over en kon daardoor nog de cache Draaischijf meepakken, die ligt langs het spoor, vlakbij het station, bij een oude draaischijf dus. Uiteindelijk checkte ik om 15.53 uur in, dus ik had zelfs nog twaalf minuten over (Dal Vrij inchecken geldt tot 16.05 uur). Pfft, ik voelde het wel. Ik pakte meteen de eerste de beste trein naar Eindhoven, maar kon daar nauwelijks meer lopen door de spierpijn. Gelukkig waren er geen treinproblemen meer en was ik rond 17.30 uur thuis. Toch blij dat ik doorgelopen ben en niet de hele spitstijd heb moeten wachten.

Deze NS-wandeling is wel een aanrader, ik had nog nooit van de Krickenberger Seen gehoord, maar het is dus onderdeel van Naturpark Schwalm-Nette, waar ook de Meinweg deel van uitmaakt. Ik vond het leuk om dat te zien op de kaart, omdat ik vorig jaar in de Meinweg heb gewandeld.

 

Deze slideshow vereist JavaScript.

Alle foto’s zijn door mij zelf gemaakt in april 2019.

NS-wandeling Meinweg, dag 2 (21)

Ik heb mezelf maar liefst 20 NS-wandelingen die ik nog niet eerder heb gedaan ten doel gesteld in mijn Day Zero Project-lijst…what the hell was I thinking when I wrote that…? Het doel is ondertussen vervuld, maar ik heb besloten om de verslagen door te nummeren gedurende de looptijd van mijn DZP.

Meinweg, dag 2

Zo’n 25 kilometer van het stadspark van Brüggen (Duitsland) naar station Swalmen. De officiële route is ongeveer 18 kilometer, maar wij hebben een flink stuk omgelopen voor meer Duitse caches. Later op de dag kregen we daar een beetje spijt van.

 

De volgende ochtend startte met een ontbijt in het hotel. Ik was een beetje bang dat wij de enige gasten waren en dat dan alle aandacht op ons gericht was. Gelukkig was dat niet zo. Het ontbijt was prima, we kregen zo’n beetje het hele levensverhaal van de Duitse vrouw te horen. Die soms vergat dat wij Nederlanders waren en dan zo snel ging sprechen dat wij het niet meer konden volgen. Want op zich lijken Nederlands en Duits best erg op elkaar, beide talen komen van dezelfde Germaanse grondtaal, geloof ik.

 

Na het ontbijt gingen wij weer op pad. We liepen terug naar het park om de NS-route weer op te pakken. Hier zou nog een boomklimcache zijn, maar we konden de bewuste boom niet vinden, dus besloten we door te lopen. Al vrij snel maakten we een omweg voor twee caches. Dit waren allebei grote bakken. Eentje met als thema Kerstmis – speciaal voor mijn moeder – en een eentje met als thema paarden, die lag dan ook op de oprit van een manege.

DSC01832

Daarna namen we de beslissing om een eind om te lopen naar het voormalige munitiedepot. Hier zouden we vijf caches kunnen loggen. Het bleek een behoorlijk eind omlopen te zijn, verder dan we van tevoren berekend hadden. Het was een heel apart terrein, teruggegeven aan de natuur, maar je zag nog wel de tankpaden liggen en overal waren “verdedigingswallen” en resten van betonnen bunkers en putten. Heel apart. We kwamen bijna niemand tegen op het terrein. Misschien omdat het maandagochtend was, maar het voelde best wel aan als een desolated wasteland.

DSC01831

Na een heel eind wandelen vonden we de eerste cache in een boom. De tweede lag bij de laatste rails van een spoorlijntje, wat dus erg op het Bels Lijntje of het Halve Zolen lijntje leek. Hier was nog minder van over. Misschien had het ooit in verbinding gestaan met het spoor dat we gisteren passeerden op de Meinweg, maar dat heb ik nog niet kunnen achterhalen. De volgende cache lag bij een put en die had de reputatie om lastig te zijn. Helaas konden wij deze mölchfinger ook niet vinden. We hebben best wel lang staan zoeken, maar die put was best een beetje eng en het hek wat er omheen stond was totaal vervallen.

DSC01828

Er waren nog twee caches over op het terrein. Die lagen aan twee parallelle paden. Vanwege de tijd en de afstand zag ik het niet zo zitten om samen beide paden af te gaan lopen. Het leek mij efficiënter als ik het ene pad zou doen en mijn moeder het andere. Dan zouden we elkaar weer ontmoeten bij de in/uitgang van het munitiedepot, waar de paden samen kwamen. Mijn moeder werd niet heel enthousiast van het idee, maar toen ik de voordelen opnoemde stemde ze toch toe. “Mijn” cache zou in een bunker liggen en mijn moeder zou “Möttis Cache” gaan doen, wat ik had vertaald als Moeders Cache (wat niet klopt). Daarom vond ik dat zij die moest doen. En ook omdat mijn moeder niet in een bunker rond gaat kruipen. Nah, echt gezellig was het niet om alleen over dat desolate terrein te lopen. Ik vroeg me af hoe diep ik die bunker in zou moeten. Nou, dat werd de grap van de eeuw. Er was dus helemaal geen bunker! Blijkbaar was die er wel ooit geweest, maar er was niets meer van te zien of hij zat diep onder de grond en was overgroeid met planten. De cache lag gewoon bij de wortels van een boom. Easy peasy log dus.

DSC01833

Ik beende door naar het einde van het pad. Ik dacht dat daar een bankje stond bij het informatiebord en hoopte daar even te kunnen zitten voor mijn moeder kwam. Helaas was dat bankje een fata morgana, dus ging ik maar op de grond zitten. Binnen 10 minuten kwam mijn moeder al aan lopen. Ook zij had haar cache gevonden, maar dat was een heel avontuur geweest, omdat ze een steil heuveltje moest beklimmen. Ik vond haar een heldin, ook omdat haar pad langer was dan het mijne (zij moest ook nog de hoekjes lopen).

DSC01840

Goed, nu moesten we weer terug naar de NS-route. Die liep langs het riviertje de Schwalm. Daar aangekomen, rustten we even uit op een bankje. Toen scheen de zon nog en dachten we dat de weersvoorspelling met onweer en regen wel los zou lopen. Hadden wij het mooi verkeerd! We liepen verder langs de Schwalm. Het water stond heel laag, dus begon ik voorzichtig over de onder-de-brug cache Durf jij? Die precies op de route lag. Ik had daar zelfs mijn kanosokken voor meegenomen. Mijn moeder had zoiets van: dat zien we daar dan wel.

DSC01836

We liepen door het gebied de Venekoter See. Dit zijn allemaal behoorlijk grote, langgerekte vennen. Ze lijken een beetje op onze Oisterwijkse vennen, maar waren allemaal heel groot, terwijl wij meer kleinere vennen hebben. En toen barstte opeens de regen los. We hadden al een paar keer eerder onze regenjas (mijn moeder) en poncho (ik) aangetrokken, maar dan bleek het iedere keer loos alarm te zijn. Dit keer was het echter ernst. We kregen een complete clusterregenbui over onze hoofden. En dan sta je daar in de facking middle of nowhere met niets in de buurt. Geen schuilmogelijkheden. Geen bushalte of treinstation. Geen café. Schuilend onder een boom zag ik het even helemaal niet meer zitten. Het enige wat je nog kon zeggen, was dat het in ieder geval niet koud was. Omdat de boom niet echt hielp, besloten we maar verder te lopen.

DSC01837

Na verloop van tijd leek de regen minder te worden. We zagen toen een grote schaapskudde, dat was nog wel leuk. En opeens was er de uitkijktoren, die ons beloofd was door de gps’sen (de kaart in de gps geeft dit soms aan). Pas toen ik daar voor stond, beseften we dat we in een gebied waren, waar we vorig jaar november ook waren geweest: het Elmpter Schwalmbruch. Voor de trails van Weg mit dem Speck en Der Mensch bracht Bewegung. Toen vond ik het jammer dat ik het pad niet verder het gebied in kon volgen, vanwege de tijd. Nou, van dat pad kwamen we nu dus af. Het was er regenachtig… Zielig detail is dat in het november ook al regende, toen wij hier waren. Blijkbaar rust er een regenvloek op dit gebied ofzo.

DSC01842

Ik besloot toch de uitkijktoren nog eens te beklimmen. Mijn moeder is in november meegeweest, maar besloot nu om op de grond te blijven. Het was ondertussen min of meer droog geworden, dus we liepen iets vrolijker verder. Ik maakte nog wat foto’s. Met mijn gewone camera. Ik ben beide dagen vergeten om instagramfoto’s te maken met mijn telefoon. De tweede dag ook wel omdat ik geen zin om dat ding op te graven uit mijn rugzak, die onder mijn poncho zat.

DSC01843

Helaas begon het iets verderop weer te regenen. Mijn moeder begon er genoeg van te krijgen en vond dat de route nog eindeloos lang leek. Ik was na mijn klim op de toren juist weer wat opgepept, dus probeerde uit te vogelen hoe lang de route nog was. Toch nog wel een kilometer of vijf/zes. We ploeterden door.

DSC01846

Ondanks dat de afstand ongeveer even lang was, hadden we vandaag veel meer last van onze voeten. Het weer speelde daar vast in mee, mijn schoenen en sokken waren half nat geworden en mijn broek ook. En het was natuurlijk de tweede achtereenvolgende dag van inspanning. Toen de gpx-route ergens niet klopte en we een hele punt extra moesten lopen, baalden we daar allebei nogal van. We waren toe aan even zitten, liefst in een warm café. Misschien hadden we de omweg naar het munitiedepot niet moeten doen. Maar ja, dan hadden we ook die vier extra Duitse founds niet gehad. En we hadden het nu toch al achter de rug. We wisten vantevoren dat er geen escape op deze route zou zijn in de vorm van een bushalte. Eenmaal begonnen, moesten we het afmaken, tot minstens in Swalmen.

 

Op een bepaald moment liepen we over bomenlanen tussen weilanden en ik dacht daar al eerder gefietst te hebben, toen ik in november een beetje verdwaald was. En we kwamen hier een man met een hond tegen die ons met een vet Limburgs accent aansprak. We waren dus ongemerkt ons eigen land weer binnen gelopen. Dat was toch wel een ding, omdat we nu ons eindpunt gingen naderen.

DSC01849

Maar eerst kwam nog de brugcache. Daar aangekomen begon de zon ineens te schijnen. Omdat ik toch al helemaal nat en klammig was, was mijn enthousiasme om het riviertje in te springen alleen maar toegenomen. Ook hier stond het water niet al te hoog. Mijn moeder vond het wel best. Waarschijnlijk vond ze dit minder eng, dan mijn boomklimactie van een dag eerder. Tenslotte lig ik wel vaker in rivieren met mijn kano. En het spannendste wat er kon gebeuren was dat ik languit in het water zou vallen, maar dat zou eigenlijk alleen maar lachwekkend zijn. Ik trok mijn kanosokken aan (dat zijn een soort slappe schoentjes van neopreen, die meer op sokken lijken, vandaar dat ik ze zo noem. Ik draag deze kanosokken in mijn freestylekano, omdat schoentjes met zolen daar niet in passen), deed de poncho uit, rolde mijn broekspijpen op en stapte de rivier in. Er lagen veel stenen in, dus het liep niet zo lekker met die kanosokken. Onder de brug was de ondergrond wel vlak, dus dat liep wel fijner. Hier was het alleen iets dieper, dus ik hield angstvallig mijn broekspijpen omhoog. De stroming was best stevig, ondanks de lage waterstand. En het water best wel koud. Ik logde de cache en moest toen nog even blijven staan, omdat mijn moeder nog foto’s wilde maken. Ik klom er nu al eerder uit, langs de brugreling omhoog, zodat ik niet weer over al die stenen hoefde te stappen. Mijn moeder had een hele fotoreportage gemaakt en vond mij een held. Ik vond het eigenlijk heel erg grappig en was weer helemaal opgepept. Ik droogde mijn voeten af met mijn T-shirt van de vorige dag en trok wandelsokken en – schoenen weer aan.

 

Op naar de laatste etappe. Die slingerde nog door een bos, waar het ontzettend modderig was na de regenbui. Daarna kwamen we op een pad langs de buitenwijk van Swalmen. En toen opeens stonden we midden in het centrum van Swalmen. Dat was een beetje onverwacht, want we voelden ons echt alsof we rechtstreeks uit de bush kwamen. En er bleek een eetcafé te zijn, wat open was. Wij zakten neer op het terras en bestelden al het drinken en eten waar we al de hele dag zin in hadden gehad. We aten en dronken alles op, terwijl er een nieuwe regenbui neerkletterde op het afdak van het terras. Er zaten nog meer verregende wandelaars op het terras. Die hadden een etappe van het Pieterpad gelopen. Dus wij waren toch niet de enige gekken vandaag.

Nadat we er weer tegen konden liepen we het allerlaatste stukje naar het station van Swalmen. Dat stelt dus niets voor. En wat ik heel raar vond, was dat er twee perrons waren, maar dat de treinen in beide richtingen stopten op hetzelfde perron. Dat is heel verwarrend. En owh, wat ben ik altijd blij, na zo’n tocht als die van vandaag, dat de trein dan echt opdoemt in de verte. Want ondertussen had ik het heel koud gekregen en ik had alleen die zeiknatte poncho bij. De Arriva-trein bracht ons in een paar minuten naar Roermond, we grapten nog dat we daar te voet toch een stuk langer over zouden hebben gedaan. De aansluiting naar Eindhoven kwam ook vrij snel en daarmee kwamen we ook steeds dichter bij die welverdiende, warme douche.

Alle foto’s bij deze blog zijn door mijzelf gemaakt, behalve die waar ik zelf op sta, die werd natuurlijk gemaakt door mijn moeder.

 

 

Day Zero Project: Done: Doel #41

Doel #41 op de lijst van mijn Day Zero Project was: “Het vinden van 250 caches in een ander land dan Nederland of België.”

Ons eigen land mocht natuurlijk niet meedoen. De Heideroosjes staan bijna op #8900 founds. We hebben caches gevonden in 17 verschillende landen. Het grootste gedeelte – meer dan 6500 caches – in ons eigen land. En we zijn sinds 2015 ook Kilocacher (1000 gevonden caches) in België, we zijn daar nu op weg naar de 1,5 kilo.

Daarna kwam er een flink verval in de aantallen caches per land. Aan het begin van mijn Day Zero Project stond Duitsland op de derde plaats, met 201 caches. Daarna volgden Frankrijk en Denemarken op plaats vier en vijf, beiden met iets meer dan 100 caches. Omdat Denemarken toch aanzienlijk verder weg ligt (en al onze founds daar werden gedaan tijdens een vakantie van ongeveer twee weken in dit land in 2012), zou het wat die 250 caches betreft, moeten gaan tussen Duitsland en Frankrijk. Maar ik ben niet zo heel erg dol op Frankrijk en ook dat ligt verder weg. Dus eigenlijk was het al vanaf dag 1 duidelijk dat het Duitsland moest worden. De Oosterburen en daar was al het meeste resultaat bereikt.

Toch zijn we al in 2004 met geocaching begonnen en vonden we pas in 2009 voor het eerst een cache in Duitsland. Dat betekent dat België, Frankrijk, Engeland en Zweden allevier al voor Duitsland aan de beurt waren.

Tja, waar Oisterwijk vlakbij de grens met België ligt, is Duitsland toch wel een uurtje rijden. In het Reichswald, bij Kranenburg (nabij Nijmegen) liggen wel wat trails, dus hier zijn de meeste Duitse caches gevonden door de Heideroosjes.

DSC04761_LI (27)

In november 2017 kreeg ik mijn eerste kans om Duitse caches te vinden tijdens de looptijd van mijn Day Zero Project. Ik verbleef een week op een huisjespark in Reuver en dat ligt vlakbij de Duitse grens. Ik ben die week (al dan niet in gezelschap) verschillende keren naar Duitsland gefietst om te geocachen. Het was een vrij pittige fietstocht, dwars door Nationaal de Meinweg, dus je moest er wat voor over hebben om de Duitse caches te bereiken. Natuurlijk hoopte ik stiekem om die benodigde 49 Duitse caches in die week te bereiken. Maar ik wist het niet zeker, omdat van sommige caches niet heel duidelijk was of ze nu Duits of Nederlands waren. De naam zegt niet altijd alles, want ik heb Duitse caches met een Nederlandse naam gevonden in Duitsland en ook andersom. Uiteindelijk bleek thuis dat ik 1 caches te kort kwam. 1 cache…dat was toch wel een beetje balen. Het ging nog om een afgekeurde earthcache ook, anders was het gewoon gelukt. Maar mijn aardkundig Duits is niet zo goed.

Het duurde tot augustus 2018 voor ik weer de kans kreeg om te cachen in Duitsland. Dat was tijdens de grensoverschrijdende, tweedaagse NS-wandeling Meinweg. Hier vind je het verslag van deze wandeling. En daarmee lukte het eindelijk om de 250ste Duitse cache van de Heideroosjes te vinden. En daarmee is dit doel van het Day Zero Project volbracht! Bewijslast van de geocaching-website.

 

 

NS-wandeling Meinweg, dag 1 (20)

Ik heb mezelf maar liefst 20 NS-wandelingen die ik nog niet eerder heb gedaan ten doel gesteld in mijn Day Zero Project-lijst…what the hell was I thinking when I wrote that…? Vandaar dus het cijfer achter de titel van deze blog. En hier is het dan: het verslag van NS-wandeling nummertje 20. Gelopen in augustus 2018. Daarmee is het doel dus vervuld, maar daar zal ik nog een aparte blog over schrijven.

Meinweg, dag 1

Grensoverschrijdende wandeling van ongeveer 20 kilometer van bushalte Meinweg in Herkenbosch (Nederland) naar het hotel in Niederkrüchten (Duitsland). De NS raadt overigens een ander hotel aan, in Brüggen zelf, maar dat zat al vol, dus heb ik een ander hotel uitgezocht. Dat bleek ook zowat op de route te zijn, dus prima.

 

Al zo lang als ik weet van het bestaan van de grensoverschrijdende tweedaagse NS-wandeling Meinweg, staat het heel hoog op mijn verlanglijstje om die te gaan lopen. Na een vakantie in deze omgeving, in november 2017, werd ik helemaal verliefd op Nationaal Park de Meinweg en wilde dus heel graag terug voor die NS-wandeling. Maar omdat er een hotelovernachting bij zit, in Duitsland, wilde ik niet alleen. Gelukkig was mijn moeder wel bereid om mee te gaan.

DSC01782

Het zou een bijzonder uitstapje worden, want ik hoopte twee van mijn lievelingsdoelen van mijn DZP-lijst te gaan vervullen. Namelijk de 20ste NS-wandeling en de 250ste Duitse cache. Vorig jaar, tijdens de vakantie in Limburg kwam ik namelijk 1 cache te kort voor die 250 caches bij de Oosterburen en dat vond ik toch een teleurstelling, omdat ik er tijdens die vakantieweek heel veel moeite voor had gedaan om dat getal te bereiken. Ik zou er precies genoeg hebben, maar de antwoorden op de vragen van een Duitse earthcache werden afgekeurd: mijn aardkundige Duits bleek niet zo goed te zijn, helaas.

 

We zaten al vroeg in de trein naar Roermond. Het weer was toen nog niet zo heel denderend, zelfs een beetje kil, dus de warme dranken, die we op station Eindhoven hadden gekocht, waren lekker. De American cookies, die we erbij kregen (het was een actie) bewaarden we voor later op de dag. In Roermond moesten we bijna een half uur wachten op de bus, dat was dus niet zo’n fijne aansluiting, maar je kunt niet alles hebben. De bus bracht ons naar bezoekerscentrum Meinweg in Herkenbosch.

DSC01785

Hier was ik vorig jaar ook al geweest (tijdens die vakantie), om de Herkenbosch-trail te lopen. Toen kwam ik op de fiets vanuit Reuver, wat een heel ander aanzicht was. Ik was toen ook niet in het bezoekerscentrum geweest. Helaas hadden we ons hier iets te veel van voorgesteld, met het mooie bezoekerscentrum van Staatsbosbeheer op de Sallandse Heuvelrug in gedachten. Dit was een restaurant met een rekje met foldertjes en verkleurde ansichtkaarten. Ik had zelfs instant medelijden met de vrijwilliger die hier de hele dag moest staan voor en handjevol mensen die foldertjes uit het rek rukten. Mijn moeder kon nog wel een cache van de Herkenbosch-trail loggen, die ik dus al had. Helaas voor haar liep de route verder de andere kant op.

DSC01787

De route liep dwars door de Meinweg. Sommige stukken herkende ik (de uitkijktoren), maar andere plekken weer niet. Ook zag alles er toch heel anders uit in het zonnetje, dan in het sombere herfstweer van november. De temperatuur liep zelfs nog op tot 28 graden, dat hadden we ’s morgens in de trein niet verwacht. In de Meinweg zijn veel heidegebieden, maar helaas is de periode van bijna zes weken aaneengesloten tropische temperaturen met vrijwel geen regen funest geweest voor de heide. De voorspelling is dat de heide niet in bloei komt dit jaar. Veel heideplanten en ook andere begroeiing zagen er ronduit verbrand uit. Jammer hoor, het was vast nog mooier geweest als de heide in bloei had gestaan. Niet dat het nu niet mooi was, maar zulke extreme temperaturen horen niet zo lang aan te houden in Nederland.

DSC01788

Na een tijdje kwamen we de haarbalkoeien tegen. Je kon niet om ze heen, want ze stonden midden op het pad. Ze waren niet alleen, want ze liepen samen met enkele Galloways. Die vind ik ook leuk, maar Schotse Hooglanders zijn toch mijn favoriet. Ik ben dan ook een beetje jaloers op mijn broertje Joost en zijn vriendin, die net terug waren uit Schotland: zij zijn bij de roots van mijn lievelingskoeien geweest. Eén van de hooglanders had echt indrukwekkend grote horens. Ze bleven ook gewillig poseren voor foto’s.

 

Na een tijdje moesten we toch verder wandelen. We kwamen toen op bekend terrein uit: het “plateaupad” waar we in november gewandeld hadden voor de Grenslandtrail. Van de ene kant dus jammer dat we al die caches toen al gevonden hadden. Van de andere kant hadden we dan nu de helft van de trail gemist. En het was geen straf om hier nog eens terug te komen. We hielden even pauze om onze cookies op te eten. Helaas was er nergens een bankje, dus gingen we op een boomstronk zitten. Ook goed.

DSC01789

Daarna kwamen we dus in Duitsland uit. Op dit stuk van de route waren we nog nooit geweest. Duitsland ziet er toch anders uit dan Nederland. Meer verwaarloosd, een beetje zoals België, maar dan heuvelachtiger. En toch heeft het ook wel weer iets. Na een stukje door het boerenbuitengebied van Niederkrüchten en Elmpt, kwamen we uit in een bos. Hier was het veel groener dan op de rest van de route, het voelde aan alsof het hier nog wel recent geregend had.

DSC01804

En in dit bos zou een Duitse cache liggen, genaamd Fagus. Volgens de logjes moest je echter de boom in, dus het was nog maar de vraag of de boom beklimbaar zou zijn voor mij. Want mijn moeder gaat no way een boom in. Het pad naar de cache toe was al spannend en fantasy-achtig, een kronkelend, half overwoekerd pad het bos in. En daar was dan de Fagus. De cache bleek niet al te hoog te hangen en de boom was zelfs volgens de maatstaven van mijn moeder beklimbaar. Dus zo kon ik dan de boom in voor de 250ste Duitse cache van de Heideroosjes en kon ik eindelijk dat log schrijven. Mijn moeder legde het vast op foto. Daarna mocht ze mijn voet bevrijden, want die stond in een smalle spie tussen twee takken en mijn wandelschoen was helemaal klem komen te zitten. Dan is het toch wel fijn om met z’n tweeën te zijn, want ik weet niet hoe ik in mijn eentje mijn schoen/voet los had moeten krijgen… Ondanks dat, was ik helemaal happy met de 250ste Duitser voor de Heideroosjes.

DSC01807

We moesten nu kiezen of we eerst naar het hotel zouden lopen en daar gingen eten of dat we door zouden lopen naar het plaatsje Brüggen om daar wat te eten. Het werd het laatste. Brüggen kende ik ondertussen van foto’s, maar ik was er nog nooit geweest. Het bleek een leuk dorpje om doorheen te lopen. Veel oude gebouwen, een kasteel, een klooster. De winkels bleken zowaar open te zijn. Dat hadden we eigenlijk niet verwacht, op een zondag in dit best wel gelovige deel van Duitsland. Maar ja, die ruiken natuurlijk ook het geld van de toeristen.

 

We probeerden nog een stadsmulti in Brüggen te doen, die ons keurig langs alle highlights leidde, maar helaas hebben we de cache zelf niet gevonden en het lukte ons niet om onze fout te achterhalen. Dat was een beetje balen. We aten bij een Italiaans restaurant. Pizza. Erg lekkere pizza.

DSC01811

Daarna volgde dus de not-found van de multi en moesten we op weg naar het hotel, want we moesten voor 20 uur daar zijn. Onderweg probeerden we nog een traditional bij een boom. Het was maar een klein, smal boompje en veel verstopmogelijkheden waren er niet. Toch lukte het ons opnieuw niet om de cache te vinden. De takken van de boom bleken geniepige stekels te hebben. En aan de voet van de boom groeide een soort van stekelige, brandnetelachtige plant, waar ik accuut een allergische reactie van kreeg. De uitslag op mijn been sloeg vuurrood uit. Het jeukte behoorlijk.

DSC01818

Dus gaven we maar op en liepen verder naar het hotel, door een stadspark. Dit bleek ook gewoon de route van de NS-wandeling te zijn, dus dat scheelde alvast een paar kilometer voor de volgende dag. We hadden namelijk het plan opgevat om dan om te gaan lopen voor extra Duitse founds. Dat leek nu echt te gaan lukken.

Het hotel was niet zo groot en van een Duitse familie. De kamer was verder prima en we hadden zelfs een balkon waar we op konden zitten. Mijn moeder ging daar tevreden zitten, maar het was net 20 uur en ik was onrustig. Er lag nog een cache op ongeveer een kilometer afstand. Mijn voeten waren nog niet moe, dus ik wilde die nog gaan loggen. Mijn moeder wilde niet meer mee, maar vond het best als ik ging. De cache zou bij een kapel liggen. Ik liep er naartoe via een bos. Helaas voor mij bleek de plaatselijke jeugd daar een bijeenkomst te hebben met drank, chips en snoep. Ze zagen er niet bepaald uit alsof ze snel naar huis zouden gaan. Dus ik kon niet zoeken. Ik moest deze cache helaas laten gaan. Ik liep terug over het zandpad tussen de weilanden door en keek nog een paar keer achterom of ik die jeugd al zeg vertrekken, maar helaas. Jammer de bammer.

DSC01824

De rest van de avond brachten we door op het balkon. Het was heel rustig hier, in deze omgeving.

Alle foto’s bij deze blog zijn door mijzelf gemaakt.

Lees volgende week hoe het verder gaat in het verslag van Meinweg, dag 2.